Kamperen, een vorm van openluchtrecreatie waarbij men in tent, caravan of camper op een buitenterrein verblijft. Daar valt heel wat over te zeggen. Niet alleen over het kampeermiddel zelf, maar ook over het buitenterrein. Toen wij jaren geleden onze eerste schreden zetten op kampeergebied was een camping gewoon een camping. Groot of klein, met of zonder animatie en dat was het wel. Nu valt er veel te kiezen. Je kunt kamperen bij de boer, op een natuurkampeerterrein, een charmecamping, een minicamping, familiecamping, adults only camping, seniorencamping, jongerencamping of naturistencamping. De keuze is reuze.
Dan rijst de vraag hoe je wilt gaan kamperen. Je hebt het trekkerstentje, de gezinstent, de caravan, de camper en het kampeerbusje. Het kampeerbusje is prima, zo lang het geen ritsratsbusje is. Zo'n busje met een schuifdeur die net als je in slaap valt met veel geweld dicht geritstratst wordt. Moest verboden worden.
Sinds corona zijn de kampeerbusjes en campers aan een opmars begonnen. En dat zorgt voor vreemde situaties op de camping. Wij stonden laatst met onze kleine shelter naast een enorme camper die bewoond werd door twee perfect gestylde heren. Dure merkspijkerbroeken, gestreken witte overhemden en Van Bommel schoenen. We hebben slechts een glimp van ze opgevangen, want ze zijn de camper verder niet uit geweest. Of de man die met zijn 11 meter lange camper een plek wilde zonder obstakels, voor een ongestoorde satellietontvangst. Laatst was er zelfs een dame die vroeg of er ook een vaatwasser aanwezig was op de camping...
Afgelopen week kampeerden wij samen met onze vouwwagenkampeerzus en -zwager in Limburg en bespraken wij het fenomeen kampeerder. Wij waren het er over eens dat de ware kampeerder toch echt minimaal een paar uur per dag buiten het kampeermiddel door moet brengen. En bij het minste glimpje zon de campingstoelen voor de tent of onder de luifel moet zetten. Kletst met andere kampeerders tijdens de afwas, zich niet met de achterkant van het kampeermiddel naar de overige kampeerders installeert, badmintonrackets en/of jeu de boules ballen bij zich heeft en uiterlijk om middernacht stopt met luidkeels kakelen.
Dan is er nog de porta potti. Wij hebben niet zo'n draagbaar toilet. Dat betekent dat ik 's nachts in het aardedonker (weliswaar met zaklampje) naar het toiletgebouw moet. Ik heb tijdens zo'n tochtje wel eens een lijk in een boom zien hangen (dacht ik), maar over het algemeen is het ongevaarlijk. Zo'n chemisch toilet moet natuurlijk ook wel eens geleegd en schoongemaakt worden. Mijn kampeermaatje doet veel, maar dat weigert hij categorisch. En mijn weerzin tegen mijn nachtelijke toiletbezoeken is nog niet zo groot dat ik dat klusje er voor over heb.
Dat kan nog veranderen als de Indiase, Rwandese, Russische, Canadese, of welke coronavariant dan ook roet in het eten gooit en de toiletten en douches weer worden gesloten. Dan wordt het kiezen tussen een plekje met privésanitair of toch de regendouche en porta potti. Maar deze beer zit voorlopig niet op de weg!
Reactie plaatsen
Reacties
Mooi weergegeven en daarom wil ik dus NIET kamperen.๐
Leuk stukje๐๐คฃ๐